Als het aan de Tweede Kamer ligt, ondergaat de salderingsregeling voor zonnepanelen in de komende jaren een afbouwproces. In de tweede kamer stemde een meerderheid in met het plan. Desondanks ontbreekt momenteel voldoende steun in de Eerste Kamer voor het voorstel. Hier zijn vijf vragen over het beleid en waarom de uitkomst nog steeds onzeker is.
Hoe functioneert de bestaande salderingsregeling?
Personen met zonnepanelen op hun dak kunnen de zelf opgewekte energie volledig verrekenen met hun verbruik, een proces dat salderen wordt genoemd. Stel dat iemand jaarlijks 3.000 kilowattuur verbruikt en 2.500 kilowattuur zelf opwekt, dan betaalt die persoon slechts voor 500 kilowattuur aan elektriciteit.
Er wordt ook geen belasting geheven over de overige 2.500 kilowattuur, zelfs als die stroom niet direct van de eigen panelen komt, maar van het elektriciteitsnet wordt afgenomen wanneer de zon niet schijnt.
Waarom wil het kabinet de regeling stapsgewijs verminderen?
Door de groeiende populariteit van de salderingsregeling loopt de overheid steeds meer belastinginkomsten mis. Bovendien zijn zonnepanelen steeds goedkoper geworden, waardoor de investering sneller wordt terugverdiend.
Het kabinet beschouwt de salderingsregeling ook als steeds oneerlijker voor mensen zonder zonnepanelen, omdat energieleveranciers hogere kosten maken als gevolg van de regeling, die ze vervolgens doorberekenen aan al hun klanten. Volgens de Autoriteit Consument en Markt (ACM) betalen zelfs huishoudens zonder zonnepanelen enkele tientjes per maand meer.
Hoe ziet het afbouwproces er de komende jaren uit? Het kabinet beoogt de salderingsregeling niet abrupt te beëindigen, maar in fasen af te bouwen. In 2025 mogen mensen met zonnepanelen nog 64 procent van de teruggeleverde stroom salderen. Dit percentage neemt geleidelijk af, totdat het in 2031 niet meer mogelijk is om te salderen.
Wat komt er in de plaats van het salderen?
Als de regeling daadwerkelijk wordt verminderd, wordt er een vergoeding ingevoerd voor alle stroom die aan het net wordt teruggeleverd vanaf 2025. Deze vergoeding bedraagt minstens 80 procent van het standaardtarief voor elektriciteit.
Het belastingvoordeel verdwijnt echter: er wordt energiebelasting geheven over alle stroom die van het elektriciteitsnet wordt afgenomen. Alleen de stroom die rechtstreeks uit de eigen zonnepanelen wordt gebruikt, blijft belastingvrij. Dit maakt het aantrekkelijker om bijvoorbeeld huishoudelijke apparaten zoals de wasmachine en vaatwasser te gebruiken wanneer de zon schijnt, of om de opgewekte zonne-energie op te slaan in een thuisbatterij.
Oorspronkelijk was er ook sprake van een vastgesteld maximumbedrag voor de vergoeding voor teruggeleverde stroom. Dit plan is echter aangepast door de Tweede Kamer op een paar punten. Desondanks moet er een optie in de wet worden opgenomen voor extreme situaties, zoals bij zeer hoge energieprijzen, waarin het kabinet alsnog een maximum kan instellen.
Bovendien wil het kabinet garanderen dat mensen hun investering in zonnepanelen binnen zeven tot negen jaar terugverdienen, zelfs als de salderingsregeling wordt verminderd. Twee evaluatiemomenten worden ingevoerd om te beoordelen of het afbouwpad nog steeds passend is.
Waarom is het nog niet zeker dat dit zal plaatsvinden?
Om de salderingsregeling af te bouwen, is een wetswijziging nodig met steun van het parlement. De Tweede Kamer stemde , zoals verwacht, in met het voorstel. Echter, deze partijen hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer. Hierdoor is het nog onduidelijk of de salderingsregeling daadwerkelijk wordt verminderd. Het kabinet rekende op steun van GroenLinks en de PvdA, maar eerder bleek dat deze twee linkse partijen niet zomaar instemmen met het plan.
Ze willen eerst zien dat het kabinet voldoende doet voor mensen in (sociale) huurwoningen. Momenteel wekt een op de drie koopwoningen zonne-energie op, terwijl de verduurzaming in de huursector achterblijft. Slechts een op de zes huurwoningen heeft zonnepanelen.
Minister van Klimaat Rob Jetten slaagde er nog niet in om de partijen in de Tweede Kamer te overtuigen van zijn plan. Hij zal echter in de komende tijd in gesprek gaan met woningcorporaties, wat mogelijk kan leiden tot overtuiging van de fracties in de Eerste Kamer op een later moment.